Neem een gemakkelijke houding aan, neem een aantal keren rustig adem… in… en uit.
Stel je voor dat je leven zich afspeelt op zee. Je zit in een zeilbootje en overal om je heen strekt het water zich uit, zover als je kunt kijken. Het enige wat je in je hand hebt, is een roer.
Je leeft je leven op zee en ervaart dat de zee kalm en vlak als een spiegel kan zijn. Je boot glijdt rustig door het water en je leven verloopt gemakkelijk, geen wolkje aan de lucht, geen zuchtje zorgen en dit geeft je een blij en opgelucht gevoel.
De andere dag komt er een wind opzetten, waardoor je boot sneller door het water gaat. Je leven komt in een stroomversnelling en het geeft je eigenlijk wel een lekker gevoel. De wind gaat door je haren, tegelijkertijd is het opletten en je hebt je concentratie op het varen.
De wind zet echter nog meer aan en creëert ook golven. Op deze golven zit je eigenlijk niet te wachten, dit is niet wat je hebt gewenst in je zeiltocht. De zee lijkt je ook te overvallen, vanaf links en rechts wordt de boot op en neer gezwengeld. De golven roepen negatieve emoties op zoals angst, boosheid en zelfs verdriet. En net wanneer je denkt het ergste gehad te hebben, doet zich weer een nieuwe golf voor…
Niets lijkt te helpen om de golf weg te krijgen, of de baas te zijn. Zo goed als je kunt pak je het roer in handen en manoeuvreer je door de golven heen. Komt er een grote aan de linkerkant opzetten, dan zorg je ervoor dat je met het bootje naar links vaart, komt er een grote golf van achteren, gooi je het roer om. Je hijst het zeil om zo snel als je kunt voor de golven uit te varen. Alles van je handelen is erop gericht om zo snel mogelijk van de golven af te komen.
Niets lijkt echter te helpen om de golven uit je leven te krijgen. Linksom, rechtsom, achteruit of vooruit, je komt niet van de golven af. Inmiddels ben je zoveel tijd met de golven bezig dat je je begint af te vragen waar je toch naar toe vaart?
En terwijl je tollend op de zee rondwaart, bereik je mogelijk een punt waarop je tegen jezelf zegt: waar ben ik eigenlijk mee bezig? Waar vaar ik naar toe, wat is mijn doel? In plaats van je sterke gerichtheid op de aan- of afwezigheid van de golven, besluit je om het over een andere boeg te gooien..
Wanneer je je opricht vanuit de boot en je blik langs de horizon laat gaan, zie je in de verte een glinstering voorbij komen. Wanneer je nog eens goed kijkt, tref je tot je grote verbazing een vuurtoren aan. Het is alsof je door een pijl getroffen wordt in je hart, terwijl je beseft, dit is de plek waar ik het allerliefste naartoe wil gaan.
Waarden zijn als vuurtorens voor schepen op zee. Ze geven een gewenste richting aan. Zonder deze richting dobberen schepen maar wat rond op zee. Dan komen ze natuurlijk na verloop van tijd ook wel ergens uit door de stroming en de wind, maar waarschijnlijk niet daar waar ze werkelijk naar toe wilden. Vandaar dat er vuurtorens zijn die verschillende richtingen aangeven waaruit de kapitein kan kiezen. Het gaat hierbij niet om de vuurtoren als doel te kiezen: de toren staat op het land en het schip kan dat immers nooit bereiken. Dat hoeft ook niet. De vuurtoren is uitsluitend daar om te komen tot een gekozen richting. En op weg in die richting kunnen tussentijds verschillende doelen bereikt worden waarna opnieuw voor dezelfde richting gekozen kan worden. En zelfs wanneer een schip door zware storm alle kanten uitgeblazen wordt kan de kapitein ondertussen nog steeds proberen de gewenste richting te handhaven om ook onder dergelijke omstandigheden koers te houden.
Met deze nieuwe ervaring bekijk je het roer vanuit een nieuw perspectief. Het is alsof er een nieuw licht schijnt op je roer en je beseft dat je het roer in handen kunt nemen om dichterbij je vuurtoren te komen. Het is tijd voor actie!! Iedere handeling, zowel groot als klein, dient in het teken te staan om je dichterbij je vuurtoren te krijgen. Sommige dingen moeten daarbij overboord, andere dingen dien je aan boord te hijsen om je dichterbij je vuurtoren te krijgen.
Nu je voor jezelf koers hebt bepaald naar datgene waar je hart naar uitgaat, ontdek je onder in de boot een duikersuitrusting.
Vanuit de wilde, onstuimige, maar ook onzuivere oppervlakte, besluit je een nieuw avontuur aan te gaan, het duikpak en toerusting aan te trekken, het anker uit te gooien en naar de diepte van de zee te duiken.
Uit de diepte van de zee, met de opgedane nieuwe ervaringen, besluit je weer naar de oppervlakte te gaan, waarbij je hetgeen je in de diepte aangetroffen hebt, met je mee neemt.
Je bent op reis in de richting van de vuurtoren, maar tijdens je tocht stuit je op een moeras. Het is heel moeilijk om door dat moeras heen te komen: je kunt je boot amper verplaatsen, je bent helemaal nat en het moeras stinkt ook nog eens heel erg. Je vraagt je af waarom niemand je heeft gewaarschuwd voor dit moeras. Je had niet gedacht dat je zoiets vervelends zou tegenkomen op je weg naar je eindpunt. Op dit punt heb je de keuze: ofwel je keert je om, of je bent bereid om uit je boot te stappen en door dat vieze, dreigende moeras heen te waden. Wanneer je besluit door het moeras heen te lopen dan zal iedere stap die je zet je dichter bij de vuurtoren brengen. Je zult in je leven een aantal hele stugge en vieze moerassen tegenkomen. Als je bereid bent om door dat moeras heen te lopen, hoe moeilijk ook, zul je uiteindelijk je bestemming bereiken.
Als je eerlijk bent tegen jezelf: in hoeverre accepteer jij jezelf? In hoeverre heb jij je verleden en gebeurtenissen verwerkt? In hoeverre heb jij je aan ze blootgesteld en ben jij ze aangegaan? Wat vermijd je nog?
In hoeverre voel jij schuld? In hoeverre bestraf jij jezelf of anderen in je leven? Hoeveel en wat voor bestraffing heb jij of hebben anderen nog nodig tot je ‘boetevrij’ bent? Wat is er nog nodig tot jij jezelf mag toestaan jezelf te zijn en het leven te leiden dat werkelijk bij je past, met de mensen die werkelijk bij je passen?
Thuiswerk week 7: